dinsdag 26 juli 2011

Lucht, 26/07/2011

We hebben de Australische bodem verlaten. Ook Australië treurt, want blijkbaar gaat het vandaag regenen in Queensland.
Tot onze grote verbazing stond een echte, witte limousine ons op te wachten aan de resort, voor onze retour naar de luchthaven. Mèt aanhangwagen assorti met de limo, voor onze bagage. Tot de laatste minuut zijn we aan het twijfelen of deze wel voor ons is. Inderdaad, for 8 people, en er is niemand anders.

Zie ze glunderen de kids! En zweven! En wij hebben plezier van hun stralende gezichtjes te zien, vooral dat van Liesbet dan! Maar de glundering maakt stilaan plaats voor steeds bleker wordende gezichtjes. Want 1 uur achterwaarts of zijdelings rijden heeft zo zijn gevolgen! Gelukkig komen we juist op tijd aan de luchthaven toe, voor onze vlieger, en om het prachtig interieur van de limo niet te bezoedelen.

We zweven nu letterlijk verder naar Singapore. Het is nu 16.47 u plaatselijke Singaporetijd, en we zouden landen rond 20.00u.

Zo dat was het dan.
De dagen zijn voorbij gevlogen. In clichétermen zouden we zeggen: waar zijn al die weken naartoe? Maar dat weten we wel. In een uitzonderlijke wereldstad Sydney, in de urenlange jeepritten in de al even prachtige, verrassende, harde en eenzame outback, en uiteindelijk in het vruchtbare, af en toe meer mondaine Queensland.
Het is mooi geweest, met spannende en ontspannende momenten, maar vooral met een bèretof gezelschap, en zeer veel leute.

Groetjes allemaal, en tot vrijdag in België!
Francoise, Bruno, Caroline, Xavier, Aurélie, Harm, Liesbet en Guillaume
of 'the fellowship of down-under' van 2011!
Mossman, 25/07/2011

Last Australian day,

Na een really full breakfast worden we opgewacht door Norm, een keurig uitziende onze leeftijder, naar we schatten, en onze chauffeurgids van de dag.
In een klein groen camouflagebuske, want moeilijk te onderscheiden in de eveneens overwegend groene natuur, enkel vergezeld van een Amerikaans koppel uit Miami, worden we meegenomen naar de Daintreeforest tot Cape Tribulation.
Norm begeleidt ons in een privétuintje midden de rainforest voor een fikse wandeling van 45 minuten. Gelukkig voor de meesten en jammer genoeg voor een paar anderen, komen we geen casuaris en andere boosdoeners tegen. Alhoewel, we hadden wel de reactie willen zien van de zogezegde dapperen die toch zo graag oog in oog hadden willen staan met voornoemden.

We rijden verder richting Cape Tribulation. De plaats waar de rainforest, de koraalriffen en het strand het dichtst bij elkaar liggen. Wat een prachtige, wonderfull nature! Geen volk, alleen wij en de pure natuur. Bestaande uit palm- en andere bomen, geelgoud zand, uitgedroogde koraalriffen, want blootgesteld aan lucht en licht en mangroven.
Australië alleen al, telt 100 verschillende soorten mangroven, waarvan 30 op die ene plek terug te vinden zijn. Ze leven van zoutwater, maar filteren het zout via hun blaadjes. Norm laat ons proeven van het zout van de blaadjes.

Van al dat wandelen en bewonderen krijgen we reuzehonger. Norm begeleidt ons weer op privéterrein, naar een meer dan gezellig picnic-oordje, waar de geur van BBQ worstjes, beef en fishies, ons het water uit de mond doet komen. En dit op geen 2 harmen van een billabong, met fresh water, voor de alweer dappersten onder ons. Maar vandaag zijn er blijkbaar geen dapperen te vinden, behalve Guillaume die pootjebaadt tot de volgende rotspartij.

In de namiddag gaan we bootje varen op de Daintree River, waar we op jacht gaan, weliswaar op afstand van de salties, of zoutwaterkrokodillen, de gevaarlijke dus. Gelukkig zijn zij zich van geen kwaad bewust want ze zijn in volle siësta. We spotten een aantal tropische vogels, waaronder de 'kingfisher', prachtig blauwgetint met een tikkeltje oranje. Onze laatste wildlife animal bevindt zich een beetje verscholen in een boom, waar hij kronkelend van de ene tak naar de andere beweegt. Inderdaad, eindelijk zien we nog eens een slang, in zijn natuurlijke habitat! Met een schattig mooi geel kopje! Hij zou niet zo gevaarlijk zijn, hij bijt alleen maar pijnlijk, maar 't is niet giftig.

Terug in onze resort, worden we vergast op een mooi gedekte tafel, voor onze afternoontea, met lovely, tasty scones, met crème fraîche en confituur, en Home made biscuits! Eh oui, maman, même pour moi la tentation était grande!

We kunnen maar geen afscheid nemen van de Australische bodem, en maken nog een romantische wandeling met ons tweetjes langs de Mossman river van de resort, terwijl de kids tevergeefs proberen de kano's al zittend in het water te krijgen.

Tot morgen voor een allerlaatste blog!
The fellowship of down-under

maandag 25 juli 2011

Mossman, 24/07/2011

Crabhunting with spears.

We kunnen Australië toch niet verlaten, zonder een speciale ervaring met Aborigines. Het wordt een voormiddagje walkabout on the beach met Brandon van de Aboriginal Walkerfamily. We krijgen eerst les in het speerwerpen op het strand. Bij de ene vlot het al beter dan bij de andere. Daarna een slagje moeiljker, want met gebruik van een woomera of speerwerper. Xavier vertoont zich een echte expert, maar bij de vrouwkes lukt het toch beter zonder. Zonder speer gaat het eigenlijk nog het best van al.

En dan begint de grote uitdaging. Op blote voeten het strand en strandwater, toch tot boven de knieën, op. Gelukkig is het laagwater. We moeten, speer in de hand op krabbenvangst. Deze zijn wel een serieuze slag groter dan hun Noordzeecollega's. Brandon, met een reëel oerinstinct pikt er zo maar ene uit. Een rog, die 20 meter, pardon, 10 harmen, verder zwemt, ziet hij zo maar met het blote oog, en spiest hem vanop dezelfde afstand met zijn speer.
De vangst is maar sober, tot wanneer Aurélie een krab vangt, en later ook Harm. Als die twee ooit werkloos worden, weten ze dus wel wat doen in de plaats. Gelukkig hadden we dus toch 3 krabben te verdelen voor ons 10-uurtje, deskundig gekookt door mama Walker. We proeven ook van enkele tussen de mangroven gevonden, of liever geplukte schelpen.

Brandon leert ons tijdens onze wandeling nog interessante zaken over natuurlijke medicijnen, zomaar te vinden in de bomen langs de kust.
Die mensen leven zoals God in de Daintreeforest. Regenwoudbomen en mangroven tot de rand van het strand. Met alle soorten seafood, en een ware pharmaciekast à porté de mains. De Aborigines van the rainforest zijn van een ander type dan die van de woestijn. Bleker van huidskleur en kleiner, want beschermd tegen de zon door de bomen, en meer viseters en vegetariërs. Ze leven nog steeds van de visvangst met speren of op zee, en van de bushfruit die ze vinden. Ze blijven een oerinstinct behouden en hebben ongelooflijke goede ogen.

Daarna gaat het richting 'aboriginal art', waar we kennis maken met een (dove) artiest, met een speciale toegeëigende stijl. We mogen zelfs zelf ons eigen boontje, ook weer groter dan onze eigen boontjes, schilderen. Tiens, wat heb ik ermee gedaan? 't Zal weer duren tot in België dat we het terugvinden tussen de vele bagage zeker?

We lunchen in een superdeluxe resort, die voor 2 dagen onze verblijfplaats zal zijn. Daarna doen we nog een prachtige walk dwars door het privé-oerwoud van een 'boer', met als top of the bill, een prachtige waterval, die uitgeeft in een poel, waar de dapperen onder ons een quick swim plegen in het toch wel ijskoude water.
Dit alles onder begeleiding van een veelwetende (want vrouwelijke) gids. Zo komen we te weten dat we best van de planten in de jungle blijven, want bij aanraking van sommige op het zicht onschuldige planten, kan je op 20 minuten de pijp uit zijn. Ook op het paadje blijven, want een slangen en everzwijnen en casuaririjk gebied. Een casuari is een reuze grote soort kalkoen, met een serieus groot been op zijnen kop, en tenen die lijken op messen. Een slag of stoot van het lieflijk diertje, en je mag blij zijn als je de kliniek nog haalt.

We worden teruggebracht naar onze resort, met elk zijn eigen 'treehouse' met zachte zenmuziek bij het betreden van de kamer en een badkamer met regendouche en bubbelbad. Na een lekker avondmaal kruipen we tussen de aanlokkelijke lakentjes.
Cairns, 23/07/2011

Il fut un temps...

Kuranda, 24 jaar geleden. Als jonge twintigers nemen we een romantisch stoomtreintje naar de tablelands, bestemming Kuranda. We passeren langs de bergwand van het regenwoud, met een tussenstop aan de Barron falls, of watervallen.
We komen aan in een lief, klein stationnetje midden in de jungle. Kuranda is niets meer dan een openluchtmarktje in het oerwoud. We kopen er zelfs onze eerste Australische hoed, en een baby't-shirtje voor elk van mijn 2 zwangere zusjes.
Verder is er niets anders dan rust en groene natuur.

Kuranda, 10 jaar later. We nemen hetzelfde treintje naar boven, waarvan de stoomlocomotief vervangen is door een electrische. We komen aan in hetzelfde stationnetje, en bevinden ons.... in een heuse stad, vol toffe maar toeristische shopkes. Om naar beneden te gaan hebben we de keuze, of het treintje of de skyrail (kabelbaan) over de bomen van de jungle heen. Hetgeen veel wroeging heeft veroorzaakt bij de Aboriginals, want schending van hun heiligdom. Helemaal ongelijk kunnen we ze niet geven. 't Is ook een beetje schending van de natuur.

Kuranda, vandaag. We nemen de auto naar Kuranda, na Xavier, Caroline en de kids in de kabelbaan gedropt te hebben, zodat ook zij de jungle eens vanbovenuit kunnen aanschouwen. We komen aan in een bijna spookstad. Het is zaterdagmiddag en meerdere winkeltjes zijn gesloten, of gewoon leeg. Kuranda, evenals Cairns en andere toerismegevoelige steden hebben te lijden onder de terugval van het toerisme. Oorzaak, de barslechte weersomstandigheden begin dit jaar en de sterkte van de Australische dollar. Of hoe grootheidswaanzin soms kan lijden tot terugval.

Na een quick bite bezoeken we het koalapark, waar de kinderen efkes in de zevende hemel vertoeven bij het vasthouden van zo'n lief teddybeertje, behalve Harm, want die was 'harmed' door een beet van Princess in zijnen t-shirt. Princess was het knuffelen beu, en werd vervangen door het koalamannetje Hogan.

We verkennen verder de tablelands, om te eindigen bij de 'curtain fig tree', een eeuwenoude boom omsingeld door talrijke neerdwarrelende wortels, en de Lake Barrine' een zalig rustgevende plek, bij schemeravond.

Wij passeren de avond in Cairns, waar we afgesproken hebben met een specialist van 'iron bark' didgeridoos.

We proberen de laatste investering van onze reis te verteren, evenals ons eten uit de foodmall, en genieten van onze laatste nacht in dit prachtig, tropisch hotelresort.

G'night mates!
Barrier Reef, 22/07/2011

Met een grote zeilboot gevaren, op motor en grootzeil naar Michaelmas Cay, een eiland gelegen aan de beroemde koraalriffen, enkel bewoond door duizenden vogels. Onderweg had Aurelie toch al eens iets zien opduiken vanuit het wateroppervlak, en zowaar wat zien we in de verte???? Inderdaad, enkele walvissen komen naar boven om te spuiten, terug te ademen, we mogen dit mooie schouwspel vanop een afstand bekijken en genieten met volle teugen.
Iedereen, dus ook de rijpere vrouwen heeft gesnorkeld. Een raar gevoel, zeker als je met je buik juist boven de riffen zweeft! En de visjes en vissen naast u ziet passeren.
Xavier was de enige duiker.
Bij de terugkeer was de wind een beetje veel opgekomen. We dachten lekker te zonnen vooraan op het dek van de boot, tot wanneer een vloedgolf ons wakker maakte! Het droogproces kon weer van voren af aan beginnen.
En het moet nog gezegd worden dat het hier toch een stuk frisser is dan in de Top End. Van 32 graden naar 22 à 25 graden, maar nog steeds zonnig!

En toch voelden we ons de koning te rijk op deze boot, met zicht op de verschillende blauwe tinten van het water, enkele eilanden en de bergketens in de verte van het regenwoud.

Het was een prachtige, memorabele dag.

Groetjes van ons allemaal.
Cairns, 21/07/2011

Vlotte vlucht gehad van Darwin naar Cairns. Dagje zalig nietsdoen in een echt tropisch paradijs resort! Met de palmbomen op het bleke zandstrand aan de azuurblauwe oceaan.

Greets,
Fr.

vrijdag 22 juli 2011

Darwin, 20/07/2011,

That's Australia! That's why we are here!

Zoals afgesproken tuffen we naar Kelly's workshop in een suburb van Darwin. Dankzij Xavier zijnen gps, vinden we het vrij gemakkelijk. Alleen het huisnummer is moeilijker te vinden, want die verspringen hier per 10. We bevinden ons in een bèrechique wijk. (bère is een woord dat we hier geleerd hebben van ons gasten, en dat we blijkbaar nie altijd juist gebruiken. De jeugd van tegenwoordig toch!)
We worden ontvangen met de zo gekende Australische gastvrijheid, ttz met open armen. Na een verkenning van zijn domein, stoppen we aan 2 grote kuipen vol water. En daar liggen ze, de oorspronkelijke, nog onbewerkte didgeridoos, te weken, weken of soms maanden aan een stuk.
Deels om de biesterie (restanten van termieten en al wat erbij hoort) uit te kuisen, en deels om het hout te bevochtigen,zodat de schors er gemakkelijker van kan afgekapt worden, en om toekomstige barsten in de bast te voorkomen.
We kopen zijn hele stock (afgewerkte) didges op, op een paar na. Och hiere diene mens, hij heeft nu bijna niets meer om rechtstreeks te verkopen en 't is hier hoogseizoen. Hij zal nu zere zijn kuip moeten ledigen om nieuwe didges te kunnen maken.
De hele ploeg zet zich in om ze stuk voor stuk in te pakken in bobbeltjesplastiek, en tussen het vele werk door wordt er lustig op los gekletst. Kwestie van beter kennis te maken, met mensen waarvan we de indruk hebben dat we ze al maanden kennen.

Dat is pas echt Australië, bij de mensen zelf gaan, hun gewoontes en manier van werken beter leren kennen.
Is dat ook toeval of het lot? Want uiteindelijk, waren we niet gestopt bij dat tankstationneke, we hadden die didges nooit zien staan, en zouden Kelly en zijn zoon Clint Wood, nooit leren kennen hebben.

Na het vele werk, worden we nog rondgeleid op het stekje van zijn baas, blijkbaar ne vree sympathieke, want een domeintje van 5000 vierkante meter, omgeven door prachtige palmen, met vijver, zwembad, kreek, wildlife inclusief. En diene mens woont hier blijkbaar alleen! Hij was wel het huis uit, en hebben hem dus niet kunnen ontmoeten.

We kunnen maar geen afscheid nemen, en Kelly nodigt ons uit om samen met hem vanavond te gaan 'chinezen' in Darwin om 18.30u. Geen probleem! We moeten just efkes de didges en ander gerief laten verschepen bij TNT, en klaar is Kees! Of, dat dachten we toch. Want, zoals we reeds gewoon zijn, verloopt weer niet alles zoals voorzien.
Van het vele werk hadden we reuzehonger gekregen, en zijn we eerst nog iets gaan eten in de een of andere foodmall in de buurt. Het was ondertussen al voorbij 3 uur als we gedaan hadden. Xavier en 2 kids keren terug naar het hotel, met gps.
Wij tuffen naar de luchthaven, hier dichtbij naar TNT. Maar , surpriii...iise! Geen TNT meer te bespeuren. Dan maar naar een ander transportbedrijf. Maar die hadden geen kartonnen inpakmateriaal. En de didges opsturen zoals ze waren, enkel in bubblefoam, forget it!

Na een lange zoektocht naar TNT, want bliijkbaar zijn ze verhuisd, maar niemand weet waar, stonden we daar na 5 uur terug aan het hotel, met een hele hoop didges. En de dag erop vertrokken we 's morgens om 5 uur naar de luchthaven.
We hebben dan maar Kelly ter hulp geroepen. Zodat de didges terugkeerden vanwaar ze kwamen, en Kelly het nodige ging doen om ze te versturen. Thanks mate!

Dus geen tijd meer om te douchen, en in 7 haasten naar de receptie om met Kelly, Clint, en ex-vrouw van Kelly, Jessi, te gaan chinezen op een heel speciale manier. Potteke pakken, potteke vullen, en dan laten wokken in bèrehoge vlammen.
We konden nog geen afscheid nemen, en drinken nog een laatste heildrank op ieders gezondheid, in het etablissement van Jesse.

Bye bye Kelly, Clint en Jesse. We'll keep in touch via Facebook, mail en andere middelen!

Moe, maar tevreden, kruipen we in ons bedje, om er weer vroeg uit te kruipen.

Bye bye!
Franzzzz...